“Onder de naam "Utrechtse Ringparken" is in 2017/2018, een stip op de horizon gezet voor een nieuw dynamisch evenwicht tussen stad en land. Er bestaat al een motto voor deze regio: groen, gezond, slim; maar er ontbreekt een samenhangende ruimtelijk ambitie. De ambitie van een serie van Ringparken is zowel simpel als uitdagend. Wat zou er veranderen als projecten niet los van elkaar maar in verbinding met grotere parksystemen worden ontwikkeld; en wat is de kwaliteit van een regionale overheid als "matchmaker" binnen een netwerk van (markt)partijen, burgers en een creatieve industrie, gedreven door een optimisme om uitdagingen op te pakken en experimenten aan te gaan?”
Het toekomstige stedelijk gebied in de Utrechtse regio is een verzameling van parkringen in een groter landschappelijk systeem. Historisch gezien is vrijwel iedere stadsontwikkeling na een periode van groei, pragmatisch aangevuld door er een groene tegenhanger aan toe te voegen met een grotere structuur, gezondere leefomgeving en een beter evenwicht tussen verdichting en basis voorzieningen zoals voedsel, water en energie. Op deze manier zijn: (schaalniveau 1) de vestingwerken omgevormd tot wandelpark; (schaalniveau 2) nieuwe woonwijken voorzien van grote stadsparken; (schaalniveau 3) nieuwe ringwegen en spoorlijnen in samenhang ontwikkeld met recreatiegebieden, groenstructuren en stadsbossen. De Utrechtse regio is toe aan het vierde parksysteem omdat de andere drie schaalniveaus niet genoeg ruimte bieden voor de opgaven van de toekomst; namelijk energielandschappen, klimaatlandschappen en het zeker stellen van de kwaliteit en hoeveelheid zoetwater en biodiversiteit.
In opdracht voor de provincie Utrecht heeft een IMOSS een alternatieve ontwikkelstrategie voorgesteld. In deze strategie introduceren wij het begrip: interactielandschap. Gebiedsontwikkeling wordt het maken van een “interactielandschap” een landschap met ecologie, flora en fauna, energie, wonen/werken, recreatie, productie en mobiliteit. Binnen de landschap is er ruimte voor de ontwikkeling van steden, dorpen, ecologie, etc. Het is letterlijk een “nieuw systeem” van denken. Het interactielandschap is een nieuw systeem, geënt op systeem water. Netwerken (oud en nieuw) dienen hier als dragers, er is altijd een plus van groen. Wonen maakt hier onderdeel van uit, door deze integrale benadering ontstaat er als vanzelf meer beweging en nieuwe mobiliteit. (gehele presentatie is hier te downloaden)
Ontwikkeling van wonen, maar ook groen is gericht op het maken van kwaliteit. De defensieve houding die ontstaat door het “rode contour denken”, is niet meer leidend in de toekomst, maar het landschap is voor iedereen dichtbij.
Om deze visie kracht bij te zetten hebben we een aantal kaarten en beelden gemaakt waarbij we ingaan op een mogelijke uitwerking van de visie. Het is nadrukkelijk geen “blauwdruk”, maar een systeem (passend in de omgevingsvisie) waarbij zaken met elkaar samenhangen en het één het ander niet uitsluit. De kaarten gaan in op een mogelijk ruimtelijk beeld van de provincie, maar ook een tweetal gebieden. Het gebied tussen IJsselstein en Montfoort en het gebied ten Noorden van Utrecht-Overvecht. In beide visies gaat het over de integratie van stad en land, de uitwisseling van rood en groen. Niet meer verdichten binnen het stedelijk weefsel, maar juist kwaliteit in de stad verhogen door het groen verbindend te laten zijn met het landschap buiten de formele stad. Door ook integraal te kijken naar het huidige buitengebied ontstaat er ook daar ruimte voor het interactielandschap, op logische plekken wordt straks gewoond (hoog en droog, op de oude oeverwallen van de IJssel). Dit wonen is van hoge kwaliteit, maar voor iedereen. Nieuwe systemen zorgen voor de samenhang met de rest van regio, systemen van energie, ecologie, maar ook mobiliteit.
De Hollandse Waterlinie is ook een systeem. Wij zien dit niet als belemmering, maar juist als kans. Het is de moeite waard te onderzoeken op welke wijze een interactielandschap rondom dit systeem bijdraagt aan “upgrade” van Utrecht Overvecht en hoe deze systemen met elkaar samen hangen. Het wonen is daarbij geen doel op zich, het kunnen maken van een nieuw systeem dat stad en land met elkaar verbind is hierbij leidend. Zo ontstaat er namelijk investeringsruimte om het groen/blauwe netwerk aan te pakken (in en uit de stad), nieuwe energienetwerken aan te leggen die passen bij de plek, maar ook ruimte om stevig in te zetten op nieuwe mobiliteit, vanaf de voorkant van het project! Belangrijk detail is, elke ontwikkeling is gekoppeld aan de kwaliteiten en de ruimtelijke dragers van de plek.
Paul Roncken heeft tevens advies uitgebracht aan de Provinciale staten, het College van Gedeputeerde Staten en de ambtelijke organisatie van de Provincie Utrecht en is hier te downloaden.